Meer toegevoegde waarde door slimme combinatie van warmtepomp met gietdekvloer. En de bewoner zit er warmpjes én koel bij.

De duizelingwekkende stijging van de energieprijzen; architecten, opdrachtgevers en aannemers krijgen er hoofdpijn van. We moeten van het gas af. De opdracht voor nieuwbouwprojecten is simpel: zorg dat bij verwarming en koeling zo weinig mogelijk kostbare energie verloren gaat. Maar hoe doe je dat? De Vereniging voor Gietdekvloeren geeft het antwoord. Combineer de installatie van een warmtepomp met de geleidende- en opslagcapaciteiten van de gietdekvloer. Succes verzekerd.

Jacco Langebeeke: 20% besparing

De inzet van een warmtepomp voor de (vloer-)verwarming van een woonhuis is nu erg populair, legt Jacco Langebeeke van Vloerverwarming Nederland uit. Dit komt door de huidige gasprijs en het verschil in maandelijkse kosten. Een warmtepomp levert gemiddeld 20% besparing op ten opzichte van de standaard ketel op gas.

“Maar”, voegt hij eraan toe, “dan moet de vloer waarin het systeem wordt ingepast wel die warmte optimaal kunnen afgeven en bufferen. Wat ons betreft is een gietdekvloer de ideale oplossing in combinatie met de warmtepomp. Weinig vloermassa betekent een sneller warmtetransport. En dus minder energiekosten. De warmtepomp laten draaien als de zon schijnt; de warmte afgeven als dat nodig is. De vloer als warmte-accu, zo zie ik de ideale situatie van de toekomst.”

“Het probleem is”, gaat Jacco verder, “dat de verschillende partijen binnen het bouwproces elkaar niet goed genoeg kennen. Juist nu we behoefte hebben aan innovatieve oplossingen binnen de energietransitie, moeten we met elkaar uitzoeken waar de meeste winst is te behalen. Binnen de VvG weten we dat de gietdekvloer daarin onmisbaar is. Ik zie vanuit opdrachtgevers en aannemers heel voorzichtig een beweging in die richting. Men moet  vooral niet kijken naar de paar honderd euro die ze kunnen besparen door een traditionele smeervloer aan te brengen, want ze laten  misschien wel tienduizend euro aan energiewinst liggen. Die bewustwording moet nog beter. Kennis delen, elkaar enthousiast maken voor de mogelijkheden om energie te besparen. Kijken naar de functionaliteit van het product. Het moét. We hebben geen keus!”

Ruud Verbraak: elke druppel telt

Ook Ruud Verbraak, eigenaar van RuVer Management en Installatieadvies, pleit voor een combinatie van warmtepomp en gietdekvloer. Dat deed hij al in 2008, maar voelde zich destijds een roepende in de woestijn. “Niemand wilde toen luisteren, de directe noodzaak was er veel minder. Maar nu we massaal van het gas af moeten, zijn het voornamelijk exploitanten van de duurzame installaties in gebouwen die naar het rendement van de combinatie kijken. Het is gewoon een feit dat een gietdekvloer een betere warmtegeleiding heeft dan een ‘traditionele gesmeerde cementdekvloer’. Daarbij geeft een gietdekvloer een betere omsluiting van de vloerverwarmingsleidingen. Zeker als die leidingen dichter bij elkaar worden gelegd, levert de combinatie met de warmtepomp bij een gelijke vloerdikte twintig procent meer capaciteit op ten opzichte van de zandcementvloer; hierdoor kan de woning vaak met een lagere temperatuur worden verwarmd, wat zeer gunstig is voor het rendement van de warmtepomp.

Het is geen wonder dat steeds vaker exploitanten gaan meebeslissen over de vraag welke manier van verwarmen en koelen moet worden gekozen. Een betere warmtegeleiding, een betere opslag van warmte, het levert gewoon geld op. Elke adviseur zou de combinatie van een warmtepomp met een gietdekvloer in zijn bestek moeten zetten.”

Ruud Verbraak benadrukt het belang van duidelijke besparingscijfers. “De gemiddelde aannemer doet niet mee als hij de revenuen niet ziet. Daar is met goede voorlichting veel winst te behalen. Met woningcorporaties ligt dat iets anders. Zij hebben te maken met energie labels en rendementen op termijn. Een warmtepomp gecombineerd met een gietdekvloer verdient zichzelf in 6 jaar terug. Het rendement komt daarbij uit op ongeveer 16%. Ik heb dagelijks gesprekken met partijen binnen de bouwkolom en ik merk dat de aandacht voor dit verhaal groeit. Soms zou je willen dat het allemaal veel sneller gaat. Maar ik realiseer me dat we het hier hebben over een grote verandering in denken. Die is nodig, willen we deze wereld voor de volgende generaties leefbaar achterlaten. Ik denk na een succesvol gesprek over dit onderwerp wel eens: ‘Deze is voor mijn kleinzoon’. Het zijn druppels. Maar elke druppel telt.”